Vlucht MH17

Op 17 juli 2014 stortte Malaysia Airlines-vlucht MH17 neer in Oost-Oekraïne, een tragedie die de wereld schokte. Het vliegtuig, een Boeing 777, was onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur toen het werd neergeschoten, waarbij alle 298 mensen aan boord om het leven kwamen. Uit onderzoeken van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en het Joint Investigation Team bleek al snel dat het vliegtuig was neergehaald door een BUK-raket van het Russische leger, afgevuurd vanuit door pro-Russische separatisten gecontroleerd gebied. De aanslag heeft geleid tot internationale verontwaardiging, hetgeen werd versterkt door de voortdurende ontkenningen,  gebrek aan medewerking en het lanceren van alternatieve scenario’s en desinformatie vanuit de Russische regering.

In november 2022 veroordeelde de Rechtbank Den Haag drie personen bij verstek tot levenslange gevangenisstraffen en sprak een verdachte vrij. In februari 2023 deelden het Joint Investigation Team en het Nederlands Openbaar Ministerie mee, dat het opsporingsonderzoek vooralsnog werd stilgelegd, omdat er tot op heden onvoldoende bewijs was om nieuwe verdachten te vervolgen.

Inmiddels hebben meer dan 500 nabestaanden individuele klachten tegen Rusland ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en heeft ook de Nederlandse regering een interstatelijke klacht ingediend tegen Rusland bij het Europese Hof in verband met het neerhalen van vlucht MH17.

Daarnaast hebben Nederland en Australië Rusland formeel aansprakelijk gesteld voor het neerhalen van vlucht MH17. Omdat Rusland eenzijdig de onderhandelingstafel verliet, hebben Nederland en Australië een procedure aangespannen bij de Internationale luchtvaartorganisatie ICAO.